Translate

zondag 30 maart 2014

Kunnen we naast een vleesschandaal ook een bierschandaal krijgen?

Grote berichten in de kranten. Alle pogingen om er voor te zorgen dat we weten wat voor vlees we in de kuip of op ons bord krijgen zijn vergeefs: er wordt gerommeld en gerotzooid in de vlees industrie.  Wat bij mij de vraag deed rijzen of zoiets in de ons zo geliefde bierwereld ook mogelijk is.

Sjoemelen schijnt eerder regel dan uitzondering te zijn in de vleesindustrie. In pogingen om aan onze niet aflatende vraag naar nog goedkoper vlees te voldoen zijn regels er om te overtreden en controleurs om rond de tuin te leiden. Dat is het beeld dat uit de media op steeg in de afgelopen tijd. Nu sprak ik daar laatst een mij bekende slager over en die was heel simpel: hij zorgde er jaren geleden al voor dat hij weet welke koe hij koopt en wat er mee gebeurt tussen boer en zijn koeling. Zijn lijnen zijn kort en zijn vlees komt uit de omgeving. Op die manier kan hij zijn klanten garanderen dat er niet mee gesjoemeld is. En er zijn meer slagers die zo werken.

In de bierwereld heb je ook giganten, kleine lokale brouwerijen en van alles er tussen. En met name de kleine brouwerijen zullen hun best doen om vooral te laten zien dat je bij hun weet wat je krijgt. Ze hebben een eigen proeflokaal. liefst met zicht op de brouwketels, geven rondleidingen en maken op alle mogelijke manieren duidelijk dat ze ambachtelijk en eerlijk bezig zijn. En mensen die het weten kunnen vertellen me dat dit ook de sleutel tot hun succes is en dat mensen graag wat meer betalen voor een eerlijk en goed product dat ook nog eens lokaal gemaakt is.

Transparantie is daarbij het toverwoord en daarom vind ik het jammer dat op dat punt toch het nodige aan is te merken. Dat begint al met de etiketten op flessen en de verpakkingen. Het meest duidelijke voorbeeld is wat mij betreft een merk waarbij ze op de verpakkingen rustig nog de naam en het logo van een al lang geleden gesloten brouwerij zetten. Maar ook op andere etiketten is een simpele mededeling waar een bier gebrouwen is niet altijd te vinden. In het geval van een kleine brouwerij met eigen ketels is het natuurlijk niet zo lastig om daar achter te komen, maar bij huurders ligt dat al vaak een stuk anders. Tot op het niveau waarbij iemand die zijn bedrijf "brouwerij" noemt alleen vermeldt dat hij zijn bier bij diverse brouwerijen in België en Duitsland laat brouwen en kwaad wordt als iemand toevallig weet waar dat is. Blijkbaar mag je als consument dan niet weten waar hij zijn spullen vandaan haalt.

Nu ben ik op een of andere manier niet bang dat er werkelijk misstanden als in de vleesindustrie plaats vinden. Vooral in de wereld van bijzonder bier is  de druk om de prijzen maar blijven te verlagen een stuk minder. Ik merk in elk geval weinig van enige beweging naar lagere prijzen, soms denk ik eerder het tegendeel. Prijsvechten past ook niet bij het kwaliteitsimago dat de brouwerijen zich graag aanmeten. Dus is de verleiding om te gaan werken met kwalitatief mindere producten of anderszins bochten af te snijden waarschijnlijk ook minder groot. Als er berichten over de bierwereld zouden verschijnen als nu over de vlees industrie zou me dat dan ook behoorlijk verbazen.

Toch zou ik het goed vinden als juist de mensen die al die mooie bieren maken waarop ik zo dol ben optimaal transparant zijn als dat nu nog niet zo is. Vertel waar het bier vandaan komt. Vertel welke grondstoffen je gebruikt en hoe je daar aan komt. Natuurlijk hoef je dan niet exact te vertellen welke recepten je gebruikt, dat zou wel erg ver gaan. Maar gooi waar mogelijk de luiken open en vertel de consument wat hij krijgt voor zijn geld. Ik ben er van overtuigd dat hij dat zal waarderen en dat het bovendien een goede methode is om te voorkomen dat ook de bierwereld een bak negatieve publiciteit over zich heen krijg zoals nu de vleesindustrie.

dinsdag 25 maart 2014

Bewaar me!

Ooit kon een beetje café eigenaar goedkoop aan bockbier van het jaar er voor komen. De brouwerijen wisten niet wat ze er mee moesten en waren blij als ze er nog wat voor kregen. Toen kwam de periode dat brouwerijen het bier achter hielden en ondertussen blijkt oud bier mode te worden. Hoe ouder hoe beter schijnen sommigen te denken.

Ik heb het zelf ook wel gepoogd. Elk jaar een krat Rochefort 10 kopen en dan minimaal de helft jarenlang bewaren. Helaas kregen we toen ineens een warme zomer en dat heeft me er voorgoed vanaf geholpen. Mijn toenmalige huis was niet geschikt en waar ik nu woon is het niet veel beter. Geen kelder, maar wel een schuurtje waar de elementen vrij stevig vat op hebben. Weer geen bier bewaarplaats dus.

Ik ben ook niet de enige met dat probleem. Mensen die in de loop der jaren deel hebben genomen aan de bierproefavonden van PINT Regio Noord-Holland herinneren zich met enige afschuw nog de bieren die van de zolder van de organisator kwamen. De discretie verbied me zijn naam te noemen. Ik heb daar leren beseffen dat oud bier niet altijd beter van smaak hoeft te zijn dan vers bier. Als de mensen van STIBON het geproefd hadden zouden ze geweten hebben dat op die zolder voor  jaren aan lesmateriaal lag voor het onderdeel smaakafwijkingen. Goed, misschien niet alle, maar ik maak me sterk dat ze een heel eind zouden komen. Wij kregen dat tegen een gering bedrag mee, maar waren er niet altijd blij mee. Om maar een eufemisme te gebruiken.

Kortom: bier bewaren is een kunst, vooral als je nog beseft dat ook onder ideale omstandigheden niet alle bieren zich lenen om te bewaren. Als ik het moet samenvatten roep ik altijd dat bier bij bewaren in elk geval verandert en of dat ten goede of ten kwade is valt ook weer niet altijd te voorspellen. Voor je het weet heb je zo'n typische "oud bier" smaak. Daar zal een betere term voor zijn, maar die weet ik niet. Wel weet ik dat als die smaak er aan zit ik het bier niet lekker vind. Een goede gootsteen in de buurt is dan voor mij een enorme pre. En op een of andere manier kom ik vaker oude bieren tegen met die smaak dan zonder.

Nu zijn er ongetwijfeld bieren die heel goed te bewaren zijn en waar ook gedurende de loop der jaren aandacht aan is besteed. Ik moet daarbij denken aan die bierbank die er aan zit te komen. Voor wie het gemist is en bierbank is niet een soort variant op een borreltafel, maar een heuse opslagplaats waar onder ideale omstandigheden de best te bewaren bieren worden vertroeteld en steeds mooier worden. Dat is althans de vaste overtuiging van de initiatiefnemers. Ik zal het met belangstelling gaan volgen.

Ondertussen blijf ik biertjes drinken. Sommige daarvan zijn net afgevuld en dus kakelvers. Andere zullen ouder zijn. En weer andere komen in de richting van Very Old Superiour. En wie weet loop ik over jaren tegen een van de producten van de Bierbank aan. Maar als het gaat om zelf bier te bewaren heb ik maar één reactie: bewaar me!

dinsdag 4 maart 2014

Samenwerking of eenheidsworst

Sommige blogs brengen me op een idee dat wat meer woorden vergt dan een normale reactie op de daarvoor bestemde plaats. Het blog van Fiona waarin ze pleit voor samenwerking is er een van. Voor ik het wist had ik zoveel tekst dat een apart blog me beter leek.

Ik heb enige weken geleden genoten van het schaatsen op de Olympische Spelen. Op een enkele uitzondering na waren de podiumplaatsen allemaal oranje en had het buitenland weinig in  te brengen. Nogal wat kenners waren de mening toe gedaan dat dit een duidelijke oorzaak had. De concurrentie tussen de verschillende merkenploegen had iedereen er toe gestimuleerd om tot het uiterste te gaan om te presteren en in het Olympisch Kwalificatie Toernooi was uitgemaakt wie het beste kon pieken op het juiste moment.

Daaraan moest ik denken toen ik het pleidooi van Fiona las tegen een tweede bieropleiding naast STIBON en ook tegen andere nieuwe initiatieven naast de bestaande. Ooit dacht de KNSB ook zo. Er was één kernploeg onder de bezielende leiding van die club en daar trainde de hele top. Op dat moment misschien wel goed, maar de opmars van het Nederlandse schaatsen begon weer vorm te krijgen met het ontstaan van merkenploegen. Die waar mogelijk samenwerken, maar op andere fronten de concurrentie aan gaan met elkaar. Met bovengenoemde gevolgen.

Het zou wat mij betreft uitstekend zijn als er een tweede bieropleiding naast STIBON kwam. Als die goed wordt opgezet zal STIBON de hete adem in de nek voelen en daardoor geprikkeld worden om zich te blijven verbeteren. Om vooral in te spelen op de wensen van de markt en dus een opleiding te bieden die nog meer bij deze wensen aansluit. De nieuweling zal op zijn beurt zien hoe ze moeten blijven knokken om zich een positie naast STIBON te verwerven. Zal misschien in gaten springen die STIBON laat vallen. Ofwel deze twee instituten kunnen elkaar dan stimuleren om voor goud te gaan. Ik zie dan twee bloeiende opleidingen ontstaan die de vergelijking met het buitenland ruimschoots aan kunnen. En een bierwereld die steeds beter opgeleid uitdagingen tegemoet kan treden.

Voor andere initiatieven heb ik hetzelfde. Laat maar weer eens twee mensen besluiten dat de bierwereld op hun ideeën zit te wachten. Laten ze maar de concurrentie aan gaan met al bestaande bedrijfjes op hetzelfde gebied. Dat dwingt iedereen om wakker te blijven. Om zich te verdiepen in de markt en in de klanten die zich daar bevinden. En vooral ook in hoe zij daar het beste op in kunnen spelen. Natuurlijk: er zullen initiatieven zijn die helaas een kort leven beschoren zijn. Er zullen  bedrijven zijn die het niet redden. Maar dat hoort ook bij dat spel. Er zijn ook schaatsers niet naar Sochi mochten. Maar uiteindelijk blijven de beste boven drijven, dat is mijn stellige overtuiging.

Ondertussen deel ik de wat zwartgallige gedachten van Fiona over het gebrek aan samenwerking niet. Links en rechts zie ik collaboration brews ontstaan, waarin brouwers samen een bier brouwen en ondertussen ervaringen uitwisselen. Ik zie ook op festivals brouwers bij elkaar buurten, elkaars bier proeven en deelgenoot maken van wetenswaardigheden. De een wat meer dan de ander, maar toch. ik heb ook niet de indruk dat de samenwerking geschuwd wordt, Maar ook hier: samenwerking waar mogelijk, concurrentie op andere vlakken. In dat opzicht is het leuk ook hier nog even te memoreren wat ik al geschreven had: dat een Nederlandse brouwer me toevertrouwde dat het hem opviel dat op een Belgisch festival iedere brouwer vooral bij zijn eigen toko bleef en alleen zijn eigen bier dronk.

De Nederlandse bierwereld is momenteel enorm in beweging. Initiatieven komen en gaan. De consument is daarbij met wat mazzel de grote winnaar. Hij ziet zijn keus steeds groter worden. En hij is uiteindelijk ook de scheidsrechter die bepaalt wie wint en verliest. Aan de bierwereld de uitdaging om die beslissing zo moeilijk mogelijk te maken. Samenwerking is goed, maar laten we niet streven naar eenheidsworst.