Translate

maandag 5 mei 2014

4 mei op de dam

De dam op 4 mei: Koning en Koningin, twee minuten stilte, kransleggingen, toespraken, defilé. Maar vooral: herdenken van iets waar mensen blijkbaar toe in staat zijn.

Ik ben van na de oorlog. Ik ken ook geen verhalen van familieleden die meegevoerd en / of vermoord zijn. Ook de hongerwinter is aan het dorp waar mijn ouders voorbij gegaan. Om me een beeld te vormen van de oorlog ben ik dus afhankelijk van ander bronnen.  Geschiedenis op school, programma's op TV, boeken, krantenartikelen en soms een toespraak van iemand die het van nabij heeft meegemaakt. Zoals eerst vanuit de Nieuwe Kerk en daarna vanaf de Dam op 4 mei. Twee mensen die hun verhaal vertelden. Twee verhalen die me af en toe deden grinniken (bijvoorbeeld over de huppelende vader van Jan Terlouw) en op ander momenten diep troffen.

Als ik aan de oorlog denk, dan is er altijd iets van ongeloof. Natuurlijk, ik weet dat het allemaal gebeurd is. Maar dat mensen een ander zo iets aan kunnen doen blijft onwezenlijk voor me. Hoeveel menselijk vernuft werd gestopt in manieren om anderen op industriële schaal dood te maken. Hoe dat nog werd gezien als een oplossing ook. Hoe mensen in de ban raakten van iemand die in mijn beleving niet meer was dan een woeste schreeuwer met waandenkbeelden. Maar ook hoe hele steden weg gevaagd werden zowel door Duitsers als geallieerden. Mijn verstand registreert het allemaal, ik zuig informatie in me op, maar begrijpen doe ik het niet. Het is simpelweg te groot, te bizar ook om te begrijpen. Tijdens de twee minuten stilte speelde dat in hoge mate. De lucht was blauw, er vlogen vogels. In de verte hoorde ik een kind huilen. En er was een vredige stilte. Ik poogde wanhopig mijn gedachten te houden bij de verschrikkingen die we herdachten.

Tijdens het wandelen van het Westerborkpad (inclusief Proloog van Amsterdam CS naar Westerbork, zoveel mogelijk langs de spoorlijn) merkte ik hetzelfde. Tijdens elke etappe werd ik wel gewezen op plaatsen waar Joden hadden gewoond, waar ze weg gehaald waren, waar ze ondergedoken waren geweest en waar ze op transport naar vernietigingskampen werden gezet. Indrukwekkende plaatsen waar ik me voor probeerde te stellen wat mensen meegemaakt moeten hebben. Om dan te beseffen dat ik niet verder kwam dan wat krabbelen aan de oppervlakte. Voor mij was het geen enkele reis. Ik had mijn OV kaart op zak en wist dat ik die avond weer thuis zou komen. Zoiets werkt onbewust toch geruststellend.

Toch stond ik ook dit jaar weer op de Dam. Gewoon, omdat ik daar op dat moment wilde staan. Samen met mensen die nog steeds de wonden van die vreselijke oorlog voelen, die nog steeds geliefden missen die in welke oorlog dan ook zijn gebleven. Ook met mensen die net als ik wat meer moeite hebben om zich dat allemaal voor te stellen, omdat ze altijd gevrijwaard zijn gebleven van de ellende die oorlog met zich brengt. En die daar hopelijk net als ik enorm blij om zijn. Met mij draagt die groep een behoorlijke verantwoordelijkheid. Namelijk om de herinnering aan datgene wat we zo moeilijk kunnen bevatten wel levend te houden. Al was het maar om te voorkomen dat we wel aan den lijve ondervinden hoe het is om oorlog en bezetting mee te maken.

Natuurlijk weet ik ook wel dat met alleen zo'n samenkomst op de Dam en op andere plaatsen in het land voorkom je geen oorlog. Met de volgende dag feesten ook niet. Maar als we met zijn allen er van mee nemen dat de vrijheid waarin we leven niet zo vanzelfsprekend is als we soms misschien denken, dan maken we misschien een beginnetje. Ik weet dat dit op diverse manieren al gezegd en geschreven is en ga dan ook niet voor een prijs wegens originaliteit. Maar misschien kun je dit beter te vaak zeggen dan te weinig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten