Translate

dinsdag 10 december 2013

Vormt Engels een bedreiging voor onze taal?


In een krant zag ik weer eens een uitgebreide column over de toename van het gebruik van Engels in onze taal. Een bedreiging?

De klacht dat de Nederlandse taal steeds meer doorspekt is met Engelse woorden is niet nieuw. Ik hoor dat al zo lang ik me kan herinneren. En soms doet iemand een manmoedige poging om aan te tonen dat voor al die Engelse woorden uitstekende Nederlandse vervangers zijn. Een computer wordt dan rekentuig. Een printer een afdrukeenheid. En zo kunnen we door gaan. Leuke pogingen, die alle echter één ding gemeen hebben: ze stranden hopeloos. En zo gek is dat niet.  Het Nederlands is al lange tijd doorspekt met buitenlandse woorden, vaak zonder dat we er erg in hebben. Wie weet nog dat piano oorspronkelijk niet Nederlands was, of radio, automobiel en ga zo maar door. We veranderen er soms iets aan, maar dat is het dan. Op zeker moment hoort het gewoon tot onze Nederlandse woordenschat. Zo is het ook met veel Engelse woorden gegaan. Ik ken iemand die zo’n hekel heeft aan zijn afkomst, dat hij weigert Engelse woorden te gebruiken. Ik heb vaak moeite hem te verstaan en vraag me soms af hoe hij ooit aan de Nederlandse vertaling gekomen is.

Natuurlijk is er een hoop modieus gedoe bij het gebruik van Engels. Denk aan TV programma’s, functies in bedrijven en instellingen en dergelijke. Ik kan daar persoonlijk niet warm voor lopen en vind “nieuwe oogst” eigenlijk net zo’n goede titel als “The Voice of Holland”.  Nu gaat het vaak om programma’s waar ik toch niet naar kijk, dus last heb ik er verder niet van. Het zal wel goed voor de kijkcijfers zijn en dan zijn er blijkbaar mensen die er wel prijs op stellen. Mij boeit het in elk geval niet. Ik raak onder de indruk noch geïrriteerd.

Dat laatste heeft te maken met het rotsvaste geloof dat Nederlands nog lang niet dood is. De taal kan tegen een stootje, tenminste hier in ons land. In België ligt dat anders: daar staat de taal bijna continu onder de dreiging van het Waals. Ik vermoed dat het daarom is dat men daar veel krampachtiger is in het gebruik van Nederlandse woorden met fraaie woorden als droogkuis als gevolg. In Nederland kunnen we het ons permitteren om de taal te larderen met Engelse woorden, juist omdat de taal hier zo goed als onomstreden is. In die zin is de toename van het gebruik van die woorden eerder een teken van kracht dan van zwakte. Het Nederlands kan er tegen!

1 opmerking:

  1. Leenwoorden zijn inderdaad geen bedreiging. Je zou die eerder kunnen zien in terreinverlies, het is slecht voor het Nederlands als het niet meer op wetenschappelijk niveau gebruikt wordt, bijvoorbeeld. Maar een taal sterft pas als ouders hun kinderen er niet meer in op willen voeden.

    Het lijkt er momenteel niet op dat het Vlaams wordt bedreigt door het Waals, die taal is zelf zo goed als uitgestorven.

    Franse en Engelse invloed is er wel, zeker niet minder dan in het noorden. Het is een oud maar onjuist vooroordeel dat Vlamingen louter in purismen spreken. Een verwarming is daar chauffage, een spijkerbroek heet jeans, de handtas wordt sacoche genoemd en de woonkamer is de living. Zo kun je natuurlijk nog wel even doorgaan.
    Ook in België is het Nederlands dus een levende taal.

    BeantwoordenVerwijderen